Museum ’t Oude Slot staat sinds kort waar het hoort, beter nog, móét staan: in het Nederlands Museumregister. Het begrip ‘museum’ is niet beschermd. Ook wie bijvoorbeeld een sympathieke selectie miniaturen heeft, mag ook op die collectie dat woord plakken. Een geregistreerd museum schikt zich aan de beroepsethiek en de kwaliteitsnormen van het beroepenveld.
Wat merkt ’t Oude Slot van de registratie in de praktijk? Bijvoorbeeld niet meer achteraan in de rij staan bij de toekenning van (project)subsidies (niet de gemeente, maar Mondriaan Fonds), provinciale cultuursubsidies, Prins Bernhard Cultuur Fonds en meer. Een niet-geregistreerd museum kan die subsidies eigenlijk wel vergeten. Daar weet ‘t Slot alles van! Verder profiteert het museum bij onder meer bruikleenverkeer en lidmaatschap van de Museumvereniging.
Ook bij bezoekers en collega’s van andere cultuurinstellingen zal de registratie opvallen. De exposites en beheer van de collectie komen op een hoger niveau. En dat hoopt de directie terug te zien in de bezoekersaantallen en daarmee in de exploitatie.
Waarom zolang gewacht met de aanvraag van zo’n noodzakelijke registratie? De wens was er al in 2002, maar de grootte van de bruikleencollectie Maas-Rooijakkers zat in de weg. Voor een eigen collectie was nauwelijks plek. En er gebeurde ook weinig mee. Dit wordt nu helemaal anders: de collectie van Gerard Rooijakkers komt in fases, uitgesmeerd over een 10 tot 15 jaren, in het bezit van het museum. Het gaat dan over een waarde van naar schatting € 500.000 – € 750.000.
Meer informatie: www.brabantserfgoed.nl/page/4624/museum-t-oude-slot