Door op 24 maart 2016

Kerntakendiscussie loopt met luidruchtige sisser af

‘Eindelijk, acht jaar na de eerste roep om de kerntakendiscussie, start nu hét debat dat Veldhoven er weer bovenop moet helpen. Maar, eerlijk gezegd, ik heb er een hard hoofd in. Want het hele proces verliep rommelig. En met de vele, vele documenten zie je door de bomen nauwelijks het bos meer. Bovendien namen jammer genoeg niet alle partijen actief deel aan de discussie vooraf. En tenslotte: als je kritisch naar de lijsten kijkt, blijkt veel alsnog bij het oude.’ De vrees van PvdA-fractievoorzitter Jeroen Rooijakkers bleek aan het einde van de raadsvergadering op 23 maart terecht. Bovendien kreeg, vóór hij aan zijn bijdrage toekwam, een eindelijk weer eens volle publieke tribune te maken met een onverkwikkelijk geruzie tussen enkele politieke partijen, waar Jeroen zich wijselijk niet in mengde.

‘We hebben bijna drie maanden gediscussieerd over de kerntaken. De PvdA leverde een actieve en constructieve bijdrage. Want ook wij willen een gezonde stad, waardoor Veldhoven ook de komende jaren als een zelfstandige gemeente verder kan. Maar als dan het resultaat is dat eerst nog allerlei onderzoeken moeten worden gedaan, voelt dat toch wel als een anticlimax. Waarom heeft de Raad de taken dan in categorieën ingedeeld? Waarom besluiten we dan of iets wél of geen kerntaak is, als daarna eerst nog moet worden uitgezocht of wel kan, wat de Raad wil. Dat geeft toch de indruk dat de hele exercitie rondom de Stadsvisie, de technische vragen en maar liefst twee oordeelsvormende vergaderingen tijdverspilling was. Dat doet nauwelijks recht aan het vele werk dat is gedaan.’
‘Ook begrijpen we niet waarom de directe aanleiding van deze discussie, de bezuinigingsopdracht van € 340.000 euro, gedurende het proces langzaamaan naar de achtergrond is verdreven. Alsof dat ineens niet meer van belang is. We kijken alleen nog maar naar de taken en weten eigenlijk niet meer waarom we dat doen.‘
‘Dan de inhoud. De PvdA houdt geloof in een goede afloop en blijft zich inzetten om toch die bezuinigingsopdracht van € 340.000,- te halen, over drie jaar desnoods. Maar daarvoor moet meer worden gedaan en vooral meer voor worden gelaten, dan wat nu in de eindlijst is terechtgekomen.’

Amendementen
Samen met (enkele van) de oppositiepartijen nam de PvdA-fractieleider verbetervoorstellen door. Onder meer amendementen die als doel hebben om bepaalde taken toch weer naar een andere categorie over te hevelen. Dat zijn de taken die betrekking hebben de bouwgrondexploitatie en het beheer en bezitten van gebouwen. De PvdA vindt dit geen kerntaak van een gemeente.
‘We zijn geen handelaar in grond. Het heeft ons de laatste jaren ook alleen maar financiële problemen opgeleverd. Laten we daar alsjeblieft mee stoppen. Natuurlijk, we moeten de gronden en gebouwen die we nog in ons bezit hebben, met zorg verkopen en niet voor spotprijzen in de etalage zetten.’
Ook vroeg hij aandacht voor het welstandsbeleid. ‘Wat de PvdA betreft is de burger heel goed in staat om zelf te bepalen wat mooi en lelijk is. Niemand wil een paarsblauwe voorgevel. Of bijvoorbeeld een geelzwarte regenpijp (tenzij je misschien voorzitter van UNA bent). Kortom, laat dat aan de mensen zelf over.’
‘Ten slotte de regionale samenwerkingsverbanden, die, zo bleek eerder, alleen samenwerken op het gebied van Economische Zaken. Ook hiervan zegt de PvdA dat dit iets is voor de markt en ondernemers zelf. Natuurlijk heeft ook de overheid daar een rol in. Maar soms is deze rol te groot en daarmee beklemmend. De PvdA wil graag weten of de samenwerkingsverbanden echt iets toevoegen en juist niet beklemmend werken.’

Het resultaat van hard werken en constructief meedenken bleek zo pover, dat de PvdA-fractie, als enige, tegen de voorstellen stemde. Daarover zei Jeroen na afloop onder meer: ‘Het was een bedroevende avond. Zowel de manier van debatteren, vooral het eerste uur als het resultaat. De coalitie was niet bereid om met ons mee te denken, om nog iets te wijzigen. En de zogenaamde bezuinigsopdracht is al helemaal niet meer in beeld (geweest). Het maakte de discussie ongeloofwaardig en overbodig. En dat na drie maanden discussie, vragen stellen, oordeelsvormende vergaderingen, financiële doorrekeningen etc. De uitkomst is dat alle taken eerst weer worden onderzocht en de komende twee jaar opnieuw op de agenda komen, zodra het onderzoek is afgerond. Het besluit van deze avond heeft dus geen enkele (formele) status. Het is ‘richtinggevend’.
Kortom, een raadsmeerderheid durft nog geen besluiten te nemen. Die schuift opnieuw alles door. Dat is weglopen weg voor je verantwoordelijkheid.‘