13 april 2012

Heb m'n wagen volgeladen…

Heb m’n wagen volgeladen…met spullen voor de milieustraat

We scheiden wat af in Veldhoven. In naam van het milieu… prima dus. In groene, grijze en blauwe bakken. In kleine groene bakkies voor giftige stoffen en al weer ruim een jaar in zakken voor het plastic. En als het wat grof en veel wordt, gaan we richting milieustraat.

Daar stond ik dus kort geleden ook weer eens, met flink wat oud ijzer en een gebroken spiegel (wat niet door mijn gezang kwam). Normaal gesproken deponeer ik glas in de glascontainer, maar het ronde gat daarvan was te kleine voor de spiegel.

Een medewerker ontving mij vriendelijk bij de slagboom. ‘Dat is dan vijf euro, meneer.’ Let wel: het metaal is prima te verhandelen en mag je dus gratis aanbieden. Er is een groot tekort aan dat spul en de opbrengsten zijn hoog. Met andere woorden: die vijf euro was enkel voor de spiegel. Hetzelfde bedrag betaal je trouwens ook voor een volle achterbak wagen of aanhanger.

Ook ik bleef vriendelijk, maar zei wel dat dit wel erg veel geld was voor het ‘storten’ van één spiegel. Hij knikte begrijpend en gaf mij een tip. Zet de auto buiten de omheining en draag de spiegel te voet binnen. ‘Kost u nog maar twee euro.’

Natuurlijk moest ik lachen, maar niet van binnen. Ook de medewerker vond het eigenlijk belachelijk. Dus zei hij: rijd u maar door, maar vertel het niet verder. Ik gaf hem twee euro voor de fooienpot, als beloning voor zijn vriendelijkheid.

De moraal van dit verhaal? Waarom geen gedifferentieerd tarief, zoals vroeger bij Dikker?

Peter van Grunsven